Het toedienen van geneesmiddelen aan dieren waarvan het vlees, de melk, de eieren of de honing voor menselijke consumptie bestemd is (voedselproducerende dieren), kan leiden tot de aanwezigheid van residuen van die geneesmiddelen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong. Dit kan eventueel negatieve gevolgen hebben voor de gezondheid van de consument. Ter bescherming van de volksgezondheid moet er dus een wachttijd toegekend worden aan elk geneesmiddel dat aan voedselproducerende dieren toegediend wordt. De wachttijd is de periode die gerespecteerd moet worden tussen de laatste toediening van het geneesmiddel aan het dier en het slachten ervan voor consumptie, of de periode waarin de melk, de eieren of de honing niet gebruikt mogen worden voor menselijke consumptie.
Na afloop van deze wachttijd is de concentratie aan actieve stoffen uit het geneesmiddel laag genoeg om als veilig te worden beschouwd. De wachttijd wordt onder andere berekend in functie van de grenswaarde voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen, of de Maximale Residu Limiet (MRL).
De grenswaarde voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen is de maximale concentratie die van die actieve stof (of in bepaalde gevallen van haar metabolieten) mag worden aangetroffen in of op levensmiddelen van dierlijke oorsprong. De toegelaten waarden voor eenzelfde actieve stof verschillen naargelang de diersoort en het weefsel dat onderzocht wordt (vlees, vet en huid, lever, nier, melk, eieren en honing).
De Verordening (EG) nr. 470/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 6 mei 2006 tot vaststelling van communautaire procedures voor het vaststellen van grenswaarden voor residuen van farmacologisch werkzame stoffen in levensmiddelen van dierlijke oorsprong vormt samen met de Verordening (EU) nr. 37/2010 van de Commissie van 22 december 2009 betreffende farmacologisch werkzame stoffen en de indeling daarvan op basis van maximumwaarden voor residuen van dierlijke oorsprong de basis voor de bepaling van de wachttijden van de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik.
De wachttijden voor de geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik bestemd voor de voedselproducerende dieren worden regelmatig aangepast. Ze zijn vermeld in de gegevensbank van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik. Na het aanduiden van een geneesmiddel, volstaat het dubbel te klikken op zijn benaming om een nieuw venster te openen waarin de wachttijd zichtbaar wordt naast andere gegevens over dit geneesmiddel.
Deze wachttijden opgenomen in de gegevensbank worden vermeld ter informatie. Enkel de wachttijden vermeld in de meest recent goedgekeurde bijsluiter moeten als rechtsgeldig beschouwd worden.
Gezien de wettelijke overgangsperiode waarover de verantwoordelijke voor het in de handel brengen beschikt voor de aanpassing van de gewijzigde rubrieken, kan het voorkomen dat de wachttijden die op de etikettering en bijsluiter van een diergeneesmiddel in omloop staan verschillend zijn van de laatst goedgekeurde wachttijden.
De inhoud van de gegevensbank en de geactualiseerde lijst dient als hulpmiddel voor de operatoren op het terrein maar brengt geenszins de aansprakelijkheid van het FAGG in het gedrang.
Als een diergeneesmiddel en/ of de wachttijd niet in de gegevensbank voorkomt, kunt u informatie inwinnen bij het FAGG via infovet@fagg.be.
Communiqué van 16/09/2010 ter attentie van de dierenartsen die geneesmiddelen voor voedselproducerende dieren toedienen en/ of verschaffen en een wachttijd dienen voorop te stellen.