In eerste instantie is de beste reflex om het probleem met de behandelende arts te bespreken. De proefpersoon kan ook contact opnemen met de contactpersoon die staat vermeld in de beschrijvende documenten over de klinische proef. Dat is de meest aangewezen persoon om vragen te beantwoorden en de eventuele klacht van de proefpersoon te onderzoeken.
Sommige onderzoekcentra beschikken ook over een ombudsdienst die als bemiddelaar kan optreden en klachten over een klinische proef kan behandelen.