Dengue

Dengue wordt veroorzaakt door het denguevirus, waarvan er vier serotypes zijn (DENV-1, DENV-2, DENV-3 en DENV-4). Het denguevirus wordt overgebracht door de mug die ook gele koorts overbrengt ('Aedes aegypti') en door de tijgermug ('Aedes albopictus'). Sinds de tijgermug zich in Zuid-Europa heeft gevestigd, komen daar regelmatig dengue-epidemieën voor. In België zijn tot nu toe alleen geïmporteerde gevallen vastgesteld bij reizigers uit regio's waar het virus circuleert.

Symptomatologie

Na een incubatieperiode die varieert tussen drie tot veertien dagen ontwikkelt ongeveer één op de vier mensen die besmet zijn met het denguevirus, symptomen. Bij zogenaamde ‘klassieke’ of milde dengue, worden de volgende symptomen waargenomen: plotselinge hoge koorts, hoofdpijn, spier- en gewrichtspijn, huiduitslag, misselijkheid, braken, hoest en keelpijn. De meeste mensen herstellen binnen enkele dagen tot een week. Een minderheid (< 5 %) van de besmette personen heeft een ernstige vorm van dengue (voorheen dengue hemorragische koorts (DHF) genoemd. Zonder juiste behandeling kan deze ernstige vorm dodelijk zijn. Infectie met één serotype leidt tot immuniteit tegen dat specifieke serotype, maar niet tegen de andere serotypes. Mensen kunnen dus met verschillende serotypes van het denguevirus worden besmet en meerdere keren ziek worden. Men spreekt van primaire dengue wanneer iemand voor het eerst met het virus wordt besmet, en van secundaire dengue wanneer iemand opnieuw wordt besmet door een ander serotype. Het risico om een ernstige vorm van dengue te ontwikkelen, lijkt groter te zijn bij secundaire dengue dan bij primaire dengue.

Diagnose

Als een infectie wordt vermoed, kan de diagnose worden gesteld met een bloedafname. Afhankelijk van het stadium van de ziekte kunnen verschillende testen worden gebruikt, zoals een PCR-test, een antigeentest en serologie.

Vaccinatie, behandeling en preventie

Voor de mens is er geen specifieke behandeling van het virus, alleen ondersteunende zorg. Preventie bestaat uit het vermijden van muggenbeten. 
Sinds 2023 is er in België een vaccin (Qdenga) beschikbaar voor mensen vanaf vier jaar. Het is een levend afgezwakt vaccin dat bescherming biedt tegen koorts en ziekenhuisopname als gevolg van dengue veroorzaakt door een van de vier serotypes van het denguevirus.

Overdracht en informatie over donatie

Niet-geïnfecteerde muggen kunnen op hun beurt geïnfecteerd raken wanneer ze zich voeden met het bloed van met het denguevirus besmette viremische personen. Zij kunnen het virus dan doorgeven aan niet-geïnfecteerde mensen. Dit houdt de transmissiecyclus in stand. Hoewel beten van geïnfecteerde muggen de belangrijkste manier van overdracht zijn, is er ook melding gemaakt van niet-vectoriële overdracht. Bijvoorbeeld mucocutane transmissie, nosocomiale transmissie, seksuele transmissie en laboratoriumongevallen. Er is ook beschreven dat het denguevirus tijdens de zwangerschap of bevalling kan worden overgedragen van een zwangere vrouw op haar kind. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) kunnen deze baby's te vroeg geboren worden, met een laag geboortegewicht en foetale nood. Overdracht via borstvoeding is ook mogelijk. Er zijn ook zeldzame gevallen geregistreerd van overdracht van mens op mens via stoffen van menselijke oorsprong (SoHO): bloedtransfusies, orgaan- en beenmergtransplantaties.

Aanbevelingen

Disclaimer: bij epidemieën verstrekt het ECDC een ‘Rapid Risk Assessment’ aan de bevoegde autoriteiten en gezondheidszorgbeoefenaars om hen te helpen bij hun besluitvorming, ongeacht de geografische locatie.

FAGG – weefsels en cellen 

Het FAGG raadt aan waakzaam te zijn en, om het risico te beperken en in overeenstemming met de relevante wetgeving, te investeren:

  • in de kwaliteit van de donorselectie (in het bijzonder met een gedetailleerde anamnese: reizen naar risicogebieden, enz.);
  • in de kwaliteit van het medisch onderzoek (met of zonder aanvullende testen) voorafgaand aan de donatie.

Het systematisch verzamelen van epidemiologische informatie over infecties bij SoHO-donoren door gezondheidszorgbeoefenaars zal een betere beoordeling van het risico op overdracht en de impact van preventieve maatregelen op de beschikbaarheid van SoHO mogelijk maken. Het screenen/testen van donoren is een medische beslissing op basis van de voorgeschiedenis van de donor en de kenmerken van de gedoneerde SoHO.

FAGG – bloed

/

Informatienota’s Bloed

Informatienota's bloed

Informatienota’s Weefsels en cellen

/

Bijkomende informatie

Laatste update op