De consumptie van antimicrobiële geneesmiddelen is de voorbije decennia sterk gestegen zowel bij mensen als bij dieren. In het bijzonder antibiotica, maar ook antivirale, antifungale en antiparasitaire middelen behoren tot de antimicrobiële geneesmiddelen. Het veelvuldig gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen heeft geleid tot een toenemende resistentie van de microben tegen deze geneesmiddelen. Dit heet antimicrobiële resistentie of AMR.
Infecties met resistente organismen zijn heel moeilijk te behandelen waardoor AMR één van de grootste bedreigingen voor de volksgezondheid is. Momenteel kunnen jaarlijks ongeveer 533 overlijdens in België worden toegeschreven aan infecties met resistente bacteriën, maar tegen 2050 zullen naar schatting 22 500 mensen hieraan sterven, tenzij bijkomende maatregelen worden genomen om AMR te bestrijden (bron: Stemming the Superbug Tide, OECD Health Policy Studies). De focus ligt vooral op antibioticaresistente bacteriën, waardoor de begrippen AMR en antibioticaresistentie vaak door elkaar worden gebruikt.
Sinds 1999 zijn er in België al tal van initiatieven genomen om het verantwoord voorschrijven en voorzichtig gebruik van antibiotica te stimuleren, zoals beleidsmaatregelen, sensibiliseringscampagnes, de opzet van (verplichte) antibioticabeleidsgroepen in ziekenhuizen, richtlijnen voor de menselijke en diergeneeskunde en de oprichting van organisaties zoals de Belgische Commissie voor de Coördinatie van het Antibioticabeleid (BAPCOC) en het Kenniscentrum inzake antibioticagebruik en -resistentie bij dieren (AMCRA) als toezicht op het antibioticagebruik in de ziekenhuis- en diersectoren.
Maar de huidige resistentieproblematiek vereist nieuwe benaderingen, daarom is de Belgische regering overgegaan tot een “One World, One Health”-benadering voor de ontwikkeling van een Nationaal Actieplan (NAP) tegen AMR. De gezondheid van mens en dier zijn via het milieu met elkaar verweven en daarom is een samenwerking tussen de verschillende betrokken disciplines noodzakelijk in de strijd tegen AMR.
De ontwikkeling van dit actieplan wordt gecoördineerd door de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, in nauwe samenwerking met het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten (FAGG), het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV), het Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV), Sciensano (Belgisch instituut voor gezondheid), de BAPCOC en het AMCRA.
Binnen de drie pijlers mens, dier en milieu stelt het NAP verschillende operationele objectieven en concrete acties voor om AMR op een wereldwijde en gecoördineerde manier te bestrijden, waarbij elke partner verantwoordelijk is voor de acties binnen zijn of haar domein.
Zo is de afdeling Goed Gebruik binnen het FAGG specifiek betrokken voor acties met als doel de beschikbaarheid van antimicrobiële middelen voor de Belgische patiënten te verbeteren, en het goed en rationeel gebruik ervan te bevorderen. Het gaat specifiek over de operationele objectieven 10, 11, 12 en 69 in het NAP.
Contact
info.medicines@fagg.be