Het FAGG herinnert eraan dat talrijke geneesmiddelen de alertheid kunnen verminderen en dus potentiële risico’s met zich meebrengen bij het besturen van een voertuig.
Vias institute, het voormalige Belgisch Instituut voor Verkeersveiligheid (BIVV), stelde in januari 2019 de resultaten van zijn jaarlijkse verkeersonveiligheidsenquête voor. Daaruit blijkt dat 6 % van de bevraagde Belgen aangeeft een voertuig te hebben bestuurd na het gebruik van slaap- of kalmeringsmiddelen (hypnotica, sedativa, anxiolytica).
Zo is voor onder andere de volgende geneesmiddelen bekend dat zij een risico vormen voor het besturen van voertuigen of het bedienen van machines:
- antihistaminica (geneesmiddelen tegen allergie),
- bepaalde hoestremmers (bijvoorbeeld hoestsiropen),
- antidepressiva,
- anti-epileptica,
- bepaalde oplossingen voor oogheelkundig gebruik.
Het is niet zo dat een geneesmiddel dat zonder medisch voorschrift mag worden afgeleverd, geen nadelig effect kan hebben op de rijvaardigheid.
De mogelijke negatieve effecten op de rijvaardigheid zijn uiteenlopend: kalmerende werking (slaperigheid, verminderde alertheid en verminderde reflexen), verminderd beoordelingsvermogen (bijvoorbeeld agressiviteit, euforie, verlies van gevoel van gevaar), gezichtsstoornissen of coördinatiestoornissen.
Het FAGG moedigt patiënten dan ook aan om altijd eerst de bijsluiter te lezen en in het bijzonder de rubriek “Rijvaardigheid en het gebruik van machines” om te weten welke mogelijke invloed een geneesmiddel kan hebben op de rijvaardigheid, en om raad te vragen aan hun arts en/of apotheker.
De waarschuwingen gelden voor het besturen van alle gemotoriseerde en niet-gemotoriseerde voertuigen (bijvoorbeeld de fiets), maar ook voor het bedienen van machines.
In een enquête die het Waalse agentschap voor verkeersveiligheid (AWSR - Agence wallonne pour la Sécurité routière) in januari 2017 afnam bij 1 300 Walen, gaf 36 % van de respondenten aan in de afgelopen 12 maanden minstens één keer te hebben gereden onder invloed van geneesmiddelen die de rijvaardigheid kunnen beïnvloeden. Bovendien gaf 11 % van de bevraagde Waalse bestuurders aan minstens één keer per week onder invloed van psychotrope geneesmiddelen te rijden.
Bestuurders die aangaven minstens één keer onder invloed van geneesmiddelen te hebben gereden, hadden opmerkelijk meer ongevallen dan andere bestuurders: 10 % versus 6 % ongevallen met lichamelijk letsel en 36 % versus 27 % ongevallen met materiële schade.
Al in 2011 bleek uit studies uitgevoerd voor het Europese DRUID-project (Driving Under the Influence of Drugs, Alcohol and Medicines) dat België het hoogste aantal bestuurders die onder invloed van geneesmiddelen reden, telde.
Meer informatie
Sensibiliseringscampagne van het FAGG: « Een geneesmiddel is geen snoepje »