Vrouwen moeten beter geïnformeerd worden over de risico’s van het gebruik van valproaat gedurende de zwangerschap
Het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (PRAC: Pharmacovigilance Risk Assessment Committee) van het Europese Geneesmiddelenbureau (EMA: European Medicines Agency) beveelt beperkingen aan van het gebruik van valproaat bevattende geneesmiddelen vanwege het risico op misvormingen en ontwikkelingsproblemen bij kinderen, blootgesteld aan valproaat in de baarmoeder.
Valproaat mag niet worden gebruikt om epilepsie en bipolaire stoornis te behandelen bij meisjes en bij vrouwen die zwanger zijn of die zwanger kunnen worden, tenzij andere behandelingen niet effectief zijn of niet getolereerd worden. Vrouwen voor wie de behandeling met valproaat de enige optie is, na het proberen van andere, moeten effectieve anticonceptie gebruiken tijdens het gebruik van valproaat, en de behandeling moet worden gestart en gecontroleerd door een arts met ervaring in de behandeling van deze aandoeningen.
Vrouwen aan wie valproaat werd voorgeschreven mogen niet stoppen met de behandeling zonder eerst hun arts te raadplegen.
In landen waar valproaat bevattende geneesmiddelen vergund zijn voor de preventie van migraine, mogen vrouwen valproaat niet gebruiken om migraine te voorkomen als ze zwanger zijn. Zwangerschap dient voor de aanvang van de behandeling van migraine te worden uitgesloten, en de vrouw moet effectieve anticonceptie gebruiken.
Het PRAC beveelt eveneens aan dat artsen die valproaat voorschrijven, vrouwen volledig dienen te informeren zodat zij de risico’s zouden begrijpen en om hun beslissing te ondersteunen.
Deze aanbevelingen volgen op een herziening van beschikbare gegevens over de effecten van blootstelling aan valproaat tijdens de zwangerschap. Gedurende de herziening heeft het PRAC eveneens vertegenwoordigers van betrokken patiënten en families geconsulteerd, evenals een groep van experten en specialisten. Terwijl valproaat een optie blijft voor patiënten waarbij andere behandelingen gefaald hebben of niet verdragen werden, heeft het Comité beslist dat vrouwen en gezondheidszorgbeoefenaars beter geïnformeerd moeten worden over de risico’s van blootstelling aan valproaat in de baarmoeder en de nood aan effectieve contraceptie.
Recente studies hebben een risico van ontwikkelingsstoornissen aangetoond bij 30 tot 40 % van de peuters die werden blootgesteld aan valproaat in de baarmoeder, met inbegrip van vertraagd leren lopen en spreken, geheugenstoornissen, moeilijkheden bij het spreken en taal en een lager intellectueel vermogen.
Bovendien hebben gegevens aangetoond dat kinderen die werden blootgesteld aan valproaat in de baarmoeder een risico van ongeveer 11% hebben op misvormingen bij de geboorte (zoals neurale buisdefecten en gespleten gehemelte) vergeleken met een risico van 2 tot 3 procent bij kinderen bij de algemene bevolking. Beschikbare gegevens tonen eveneens aan dat kinderen die werden blootgesteld aan valproaat in de baarmoeder een hoger risico lopen op autismespectrumstoornis (ongeveer 3 keer hoger dan bij de algemene bevolking) en autisme (5 keer hoger dan bij de algemene bevolking). Er zijn eveneens beperkte gegevens die suggereren dat kinderen die in de baarmoeder werden blootgesteld aan valproaat meer kans zouden lopen om aandachtstekort-hyperactiviteitsstoornis (ADHD: attention deficit hyperactivity disorder) te ontwikkelen.
Het PRAC beveelt aan om educationeel materiaal te voorzien aan alle gezondheidszorgbeoefenaars in de EU en aan vrouwen aan wie valproaat werd voorgeschreven om hen te informeren over deze risico’s. Artsen worden verzocht om de behandeling bij meisjes en vrouwen regelmatig te herzien, met inbegrip van de puberteit en wanneer een vrouw plant om zwanger te worden. Het PRAC benadrukt dat vrouwen niet mogen stoppen met het nemen van valproaat zonder eerst hun arts te consulteren.
De Europese Samenvatting van de kenmerken van het product (SKP) en de bijsluiter moeten worden bijgewerkt met de laatste informatie en aanbevelingen.
De aanbevelingen van het PRAC worden nu verzonden naar de Coördinatiegroep voor wederzijdse erkenning en gedecentraliseerde procedures - humaan (CMDh = Co-ordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human), die een definitief standpunt zal innemen. In de tussentijd dienen vrouwen die momenteel valproaat nemen en vragen hebben over hun behandeling, contact op te nemen met hun arts. (update 21/11/2014: volgend op de aanbeveling van het PRAC heeft de CMDh zich akkoord verklaard met de wetenschappelijke conclusie en de redenen die aan de grondslag van de aanbeveling lagen. Vermits het standpunt van de CMDh bij consensus goedgekeurd werd, zal het onmiddellijk geïmplementeerd worden volgens een tijdschema dat werd overeengekomen tussen de lidstaten waar de geneesmiddelen vergund zijn. Meer informatie: bericht EMA)
Meer over het geneesmiddel
Valproaat en verwante stoffen worden sinds de jaren 60 in de EU gebruikt om epilepsie en bipolaire stoornis te behandelen. Sommige valproaat bevattende geneesmiddelen zijn in bepaalde EU Lidstaten eveneens vergund om migraine-aanvallen te voorkomen.
Valproaat en verwante geneesmiddelen zijn via nationale procedures onder verschillende namen vergund in alle EU-lidstaten, en in Noorwegen en IJsland.
In België zijn volgende valproaat bevattende geneesmiddelen op de markt: CONVULEX, DEPAKINE, VALPROATE EG, VALPROATE MYLAN, VALPROATE SANDOZ.
Meer over de procedure
De herziening van valproaat en verwante stoffen werd in oktober 2013 gestart op verzoek van het VK onder artikel 31 van de Richtlijn 2001/83/EC als gevolg van de publicatie van nieuwe gegevens over de risico’s bij kinderen na blootstelling aan valproaat in de baarmoeder.
De herziening werd uitgevoerd door het PRAC, het Comité dat verantwoordelijk is voor veiligheidsproblemen van geneesmiddelen voor menselijk gebruik, dat een aantal aanbevelingen heeft gedaan. Aangezien de valproaat bevattende geneesmiddelen en verwante stoffen allemaal vergund zijn via de nationale procedure, zal de PRAC-aanbeveling doorgestuurd worden naar de Coördinatiegroep voor wederzijdse erkenning en gedecentraliseerde procedures - humaan (CMDh = Co-ordination Group for Mutual Recognition and Decentralised Procedures – Human), die een definitief standpunt zal innemen. De CMDh is een regulerende instantie die de EU-lidstaten vertegenwoordigt en is verantwoordelijk voor het verzekeren van geharmoniseerde veiligheidsstandaarden voor geneesmiddelen die vergund zijn via nationale procedures in de gehele EU. Als het standpunt van de CMDh bij consensus wordt goedgekeurd, zal dit onmiddellijk in alle lidstaten waar deze geneesmiddelen vergund zijn geïmplementeerd worden. Indien het standpunt van de CMDh bij meerderheid van stemmen wordt aangenomen, zal het standpunt naar de Europese Commissie gestuurd worden, voor het aannemen van een wettelijk bindende beslissing voor de gehele EU.
Contact