Tijdens de vergadering van juli 2016 heeft het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (PRAC: Pharmacovigilance Risk Assessment Committee) van het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA: European Medicines Agency) nieuwe referrals opgestart voor geneesmiddelen die retinoïden bevatten, voor paracetamol bevattende tabletten met gewijzigde afgifte en voor producten op basis van recombinante factor VIII. Bovendien heeft PRAC aanbevelingen geformuleerd voor Zydelig, een anti-kanker geneesmiddel.
Start van de referral voor de retinoïden
EMA is gestart met de herevaluatie van geneesmiddelen die retinoïden bevatten. Deze herevaluatie heeft als doel de huidige maatregelen om de risico’s verbonden aan het gebruik tijdens de zwangerschap en het mogelijk risico op neuropsychiatrische stoornissen te beperken, te evalueren.
Retinoïden (die de actieve stoffen acitretine, adapaleen, alitretinoïne, bexaroteen, isotretinoïne, tarazoteen en tretinoïne omvatten) worden oraal ingenomen of als crème of gel aangebracht om verschillende aandoeningen die vooral invloed hebben op de huid, met inbegrip van acne en psoriasis, te behandelen. Bepaalde retinoïden worden ook gebruikt om bepaalde vormen van kanker te behandelen.
Retinoïden die oraal worden ingenomen kunnen schadelijke effecten hebben op het ongeboren kind. Deze geneesmiddelen mogen dus niet gebruikt worden door zwangere vrouwen. Daarom zijn zwangerschapspreventieprogramma’s bij het gebruik van retinoïden opgezet in de EU (Europese Unie). Voor retinoïden die op de huid worden aangebracht is de evidentie van deze effecten minder sterk, maar ook bij deze retinoïden wordt er aanbevolen deze geneesmiddelen niet te gebruiken gedurende de zwangerschap.
Ook al helpen deze programma’s het aantal zwangerschappen bij vrouwen die oraal retinoïden innemen te beperken, toch komen nog zwangerschappen voor. Een recente analyse (met post-marketing gegevens en gepubliceerde studies) van de effectiviteit van het zwangerschapspreventieprogramma voor isotretinoïne, bracht bezorgdheden naar boven over de manier hoe deze zwangerschapspreventieprogramma’s in de praktijk gevolgd worden, en over het gebrek aan coherentie binnen de EU. Bezorgdheden over de maatregelen die van toepassing zijn om het risico op blootstelling tijdens de zwangerschap te beperken bij gebruik van retinoïden op de huid zijn ook naar boven gekomen.
Op vraag van het Britse geneesmiddelenagentschap zal PRAC de huidige maatregelen om het risico op blootstelling tijdens de zwangerschap te beperken, herevalueren, met inbegrip van de voorzorgsmaatregelen en de aanbevelingen die in de SKP (Samenvatting van de Kenmerken van het Product) en in de bijsluiters staan van alle retinoïden, om zo te verzekeren dat ze effectief en gepast zijn.
PRAC zal eveneens het mogelijke risico op neuropsychiatrische stoornissen zoals depressie, angst, psychotische stoornissen en suïcidaal gedrag met de retinoïden herevalueren. Bepaalde SKP’s en bijsluiters van geneesmiddelen die retinoïden bevatten, vermelden hierover al waarschuwingen. PRAC zal de omvang en de aard van deze waarschuwingen herevalueren, om zo te verzekeren dat ze het beschikbare bewijs voor retinoïden weerspiegelen, zowel voor orale vorm als voor deze die op de huid worden aangebracht.
In afwachting van de conclusies van deze lopende herevaluatie, wordt aan patiënten die over hun behandeling bezorgd zijn, aanbevolen er met hun arts over te spreken.
In België zijn de volgende geneesmiddelen die retinoïden bevatten op de markt onder de volgende namen: Neotigason (acitretine); Differin (adapaleen); Epiduo ( adapaleen + benzoylperoxide); Targretin (bexarotene); Isocural – Isosupra – Isotretinoïne EG – Roaccutane (isotretinoïne); Vesanoid (tretinoïne).
Meer informatie is beschikbaar op de website van het EMA.
Start van de referral voor tabletten met paracetamol met gewijzigde afgifte
EMA is gestart met de herevaluatie van de baten-risicoverhouding van tabletten met gewijzigde afgifte die paracetamol bevatten. Deze zijn beschikbaar in verschillende EU-lidstaten en zijn ontworpen om paracetamol gedurende een langere periode vrij te geven. Deze tabletten verschillen van de gebruikelijke paracetamoltabletten met onmiddellijke afgifte die de actieve stof vlugger vrijgeven en niet inbegrepen zijn in deze evaluatie.
De standaardprocedures voor de evaluatie en het behandelen van overdosering en vergiftiging met paracetamol zijn ontworpen voor paracetamoltabletten met onmiddellijke afgifte. Gedurende de laatste jaren heeft men een aantal gevallen van overdosering geobserveerd met paracetamoltabletten met gewijzigde afgifte. Dit geeft aan dat de standaardprocedures niet volledig zijn aangepast om overdosering met deze tabletten te behandelen.
De herevaluatie, die zal worden uitgevoerd door PRAC, volgt op een vraag van de Zweedse bevoegde autoriteiten voor geneesmiddelen. Ze bestaat erin het beschikbare bewijsmateriaal te evalueren dat zal toelaten te bepalen hoe het risico op overdosering met paracetamoltabletten met gewijzigde afgifte te beperken, en om te evalueren of bijkomende maatregelen moeten worden genomen. In afwachting moeten patiënten die bezorgd zijn over hun behandeling spreken met hun apotheker of arts.
Ter herinnering, in België heeft het fagg in 2014 richtlijnen voor de SKP/bijsluiter van paracetamol gepubliceerd en beveelt de houders van een vergunning die deze nog niet geïmplementeerd hebben aan hiermee rekening te houden.
In België is het enige geneesmiddel van paracetamoltabletten met gewijzigde afgifte op de markt onder de naam van: Panadol Retard 8 uur.
Meer informatie is beschikbaar op de website van het EMA.
Start van een referral voor geneesmiddelen op basis van recombinante factor VIII
EMA is gestart met de herziening van geneesmiddelen die factor VIII bevatten om het risico op het ontwikkelen van inhibitorproteïnen te evalueren bij patiënten die de behandeling voor hemofilie A starten. De start van deze herevaluatie volgt op een recente publicatie van een studie die suggereert dat de inhibitoren zich frequenter ontwikkelen bij patiënten die factor VIII geneesmiddelen krijgen die door DNA recombinante technologie gemaakt zijn dan bij deze die factor VIII krijgen die afkomstig is van bloed.
Inhibitoren zijn een uitdaging bij de behandeling met zowel van bloed afkomstig factor VIII als van recombinante factor VIII geneesmiddelen. Ze worden bij bepaalde patiënten door het lichaam geproduceerd als reactie op geneesmiddelen die factor VIII bevatten, in het bijzonder bij deze die de behandeling voor de eerste keer starten, en ze kunnen het effect van deze geneesmiddelen blokkeren, wat een verlies van bloedingscontrole veroorzaakt.
EMA zal nu de gegevens van de recente studie evalueren samen met alle andere gegevens over factor VIII-producten afkomstig van bloed en over recombinante factor VIII-producten. EMA zal de implicaties van deze gegevens op eerder onbehandelde patiënten met hemofilie A overwegen en nagaan of er risicobeperkende maatregelen nodig zijn of andere wijzigingen aan de vergunning voor het in de handel brengen (VHB) van deze geneesmiddelen.
In België zijn de geneesmiddelen die factor VIII (alleen of in associatie met de von Willebrand-factor) bevatten op de markt onder de volgende namen: Advate - Factane - Helixate Nexgen - Kogenate - NovoEight - Nuwiq - Octanate Recombinate - Refacto AF (die enkel factor VIII bevatten); Haemate P - Wilate (die factor VIII in associatie met de von Willebrand-factor bevatten).
Meer informatie is beschikbaar op de website van het EMA.
Aanbeveling van PRAC voor het anti-kanker geneesmiddel Zydelig
PRAC heeft de herevaluatie van Zydelig (idelalisib) beëindigd. PRAC bevestigd dat de baten opwegen tegen de risico’s in de behandeling van twee types bloedkanker, chronische lymfoïde leukemie (CLL) en folliculair lymfoom.
PRAC heeft nochtans bevestigd dat er een risico op ernstige infecties bestaat met Zydelig, met inbegrip van Pneumocystis jirovecii pneumonie en heeft de aanbevelingen voor het gebruik bijgewerkt om dit risico te beperken.
De start van deze herevaluatie (in maart 2016) volgt op een toename van het aantal ernstige bijwerkingen geassocieerd aan infecties zoals pneumonie, in drie klinische studies bij patiënten die Zydelig toegediend kregen, in vergelijking met patiënten die een placebo (een fictieve behandeling) kregen. Ook al werd het geneesmiddel tijdens deze studies toegediend via andere wegen dan deze die momenteel vergund zijn, wordt het risico op ernstige infectie als belangrijk beschouwd in de vergunde indicaties. Bijgevolg beveelt PRAC aan om antibiotica toe te dienen aan alle patiënten die behandeld worden met Zydelig, en dit gedurende 2 tot 6 maanden na het stopzetten van Zydelig, om zo pneumonie met Pneumocystis jirovecii te voorkomen. De patiënten moeten eveneens bewaakt worden voor ieder teken van infectie, en bloedtesten om witte bloedcellen te tellen, moeten regelmatig uitgevoerd worden, want lage waarden kunnen het risico op infectie verhogen. Bovendien zal een behandeling met Zydelig niet gestart worden bij patiënten die een gegeneraliseerde infectie vertonen.
Ter herinnering, bij het begin van de herevaluatie heeft PRAC, uit voorzorg, de voorlopige aanbeveling geformuleerd om niet met Zydelig te beginnen bij patiënten met voorgaande onbehandelde CLL bij wie de kankercellen bepaalde genetische wijzigingen vertonen (17p deletie of TP53 mutatie). PRAC besluit nu dat Zydelig opnieuw kan opgestart worden bij deze patiënten, op voorwaarde dat ze geen alternatieve behandeling krijgen, en dat de maatregelen om infecties te voorkomen goed gevolgd worden.
De aanbevelingen van PRAC zullen nu doorgegeven worden aan CHMP (Comité voor geneesmiddelen voor humaan gebruik) van EMA voor de aanname van een definitieve positie.
Zydelig is op de markt in België.
Meer informatie is beschikbaar op de website van het EMA.