Tijdens zijn vergadering van februari 2024 heeft het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking van het Europees Geneesmiddelenbureau gezondheidszorgbeoefenaars herinnerd aan het risico op ernstige en mogelijk fatale bijwerkingen bij het gebruik van Paxlovid in combinatie met bepaalde immunosuppressiva.
Het Risicobeoordelingscomité voor geneesmiddelenbewaking (Pharmacovigilance Risk Assessment Committee, PRAC) van het Europees Geneesmiddelenbureau (European Medicines Agency, EMA) herinnert gezondheidszorgbeoefenaars aan het risico op ernstige en mogelijk fatale bijwerkingen van Paxlovid (met de werkzame stoffen nirmatrelvir en ritonavir) bij gebruik in combinatie met bepaalde afweer-onderdrukkende geneesmiddelen (immunosuppressiva) met een smalle therapeutische breedte (waarbij kleine veranderingen in de dosering kunnen leiden tot ernstige bijwerkingen), als gevolg van geneesmiddel-geneesmiddel interacties die het vermogen van het lichaam om deze geneesmiddelen te elimineren, verminderen.
Paxlovid is een geneesmiddel dat wordt gebruikt voor de behandeling van COVID-19 bij volwassenen die geen extra zuurstof nodig hebben en die een verhoogd risico lopen dat de ziekte ernstig wordt. De immunosuppressiva in kwestie worden calcineurine-inhibitoren (tacrolimus, ciclosporine) en mTOR-inhibitoren (everolimus, sirolimus) genoemd; dat zijn geneesmiddelen die de activiteit van het immuunsysteem verminderen. Ze worden gebruikt voor de behandeling van bepaalde auto-immuunstoornissen of om te voorkomen dat het lichaam getransplanteerde organen afstoot.
Om het risico op geneesmiddel-geneesmiddel interactie met ernstige bijwerkingen te verminderen, mag Paxlovid alleen samen met tacrolimus, ciclosporine, everolimus of sirolimus worden gegeven als het mogelijk is om de bloedspiegels regelmatig en nauwkeurig te controleren. Gezondheidszorgbeoefenaars moeten overleggen met een multidisciplinaire groep van specialisten om de complexiteit van het gecombineerde gebruik van deze geneesmiddelen te beheren.
Paxlovid mag niet worden gegeven in combinatie met geneesmiddelen waarvan de eliminatie uit het lichaam sterk afhankelijk is van een set leverenzymen (eiwitten), bekend als CYP3A, die ook een smalle therapeutische breedte hebben. Hieronder valt ook het immunosuppressivum voclosporine. Voordat de behandeling met Paxlovid wordt gestart, moeten gezondheidszorgbeoefenaars de mogelijke voordelen van de behandeling met Paxlovid zorgvuldig afwegen tegen de risico's op ernstige bijwerkingen in geval van toediening samen met immunosuppressiva.
Het PRAC beoordeelde al het beschikbare bewijs, inclusief meldingen van ernstige bijwerkingen, waarvan sommige met fatale afloop, als gevolg van interacties tussen Paxlovid en deze immunosuppressiva. In verschillende gevallen stegen de bloedspiegels van deze immunosuppressiva snel tot toxische niveaus, wat leidde tot levensbedreigende aandoeningen. Daarom stemde het PRAC in met een rechtstreekse mededeling aan gezondheidszorgbeoefenaars (direct healthcare professional communication, DHPC) om gezondheidszorgbeoefenaars te herinneren aan het risico van deze interacties, dat bekend is en al beschreven staat in de productinformatie voor dit geneesmiddel.
De DHPC voor Paxlovid wordt doorgestuurd naar het Comité voor geneesmiddelen voor menselijk gebruik (Committee for Medicinal Products for Human Use, CHMP) van het EMA. Na goedkeuring zal het DHPC door de houder van de vergunning voor het in de handel brengen worden verspreid onder gezondheidszorgbeoefenaars, volgens een overeengekomen communicatieplan, en op de pagina voor rechtstreekse mededelingen aan gezondheidszorgbeoefenaars en in de nationale registers in de EU-lidstaten worden gepubliceerd.
Paxlovid is vergund en in de handel in België.
Meer informatie is beschikbaar op de website van het EMA.